Wie gaat dit jaar de Gerrit Schulte Trofee winnen? Al weken, nee, al maanden loop ik met deze vraag in mijn hoofd.
De ontwikkeling van het Nederlandse wielrennen heeft de laatste jaren zo’n enorme vlucht genomen dat ik de overwinningen amper kan bijhouden. Voorjaarsklassieker hier, etappezege en leiderstrui in een grote ronde daar. Ik ben opgegroeid met wielrennen in de jaren ’90 en 2000. U weet wel, die periode waarin een etappeoverwinning van Jeroen Blijlevens in de Tour het hoogtepunt van het seizoen was en waarin alle hoop gevestigd was op Michael Boogerd die de verwachtingen vaker niet dan wel waarmaakte. Het was ook de tijd waarin je na een redelijke eindklassering in een grote ronde of een willekeurige dagzege in welke koers dan ook al snel de Gerrit Schulte Trofee toegeworpen kreeg. Het was armoe troef. Ik klaag dus niet. Niet over Steven Kruijswijk die in de Giro naast de overwinning grijpt, niet over Bauke Mollema die in de slotdagen van de Tour van het podium af keldert, niet over Tom Dumoulin die geen olympisch goud wint op de tijdrit.
Bovenal prijs ik me gelukkig dat ik na jaren van verveling, overschatting en naïeve hoop weer los kan gaan, kan schreeuwen naar de televisie, op het puntje van de bank met m’n handen op m’n benen kan slaan en met hartkloppingen in mijn keel de laatste kilometers van veel koersen aanschouw. Natuurlijk zou ik graag eens een Nederlander een grote ronde zien winnen, maar al ga ik dat niet meemaken, dan nog ben ik de huidige generatie wielrenners dankbaar voor het feit dat ze mij weer een reden hebben gegeven om zondagen vrij te houden, de televisie aan te zetten en mee te leven met de koers.
Rest mij slechts nog de vraag: wie wint dit jaar de Gerrit Schulte Trofee? Net als de afgelopen twee jaar zou Tom Dumoulin een logische keuze zijn. Hij won etappes in twee grote rondes, droeg de leiderstrui in de Giro en won olympisch zilver op de tijdrit. Maar wacht, was het niet Steven Kruijswijk die dit jaar de Giro domineerde en als eerste Nederlander ooit deze wedstrijd op zijn naam zou schrijven, ware het niet dat een noodlottige fout en een harde sneeuwmuur dit sprookje in de weg stonden? En wat te denken van Wout Poels, die als eerste Nederlander sinds Adrie van der Poel zegevierde in Luik-Bastenaken-Luik om vervolgens in de Tour als meesterknecht van Froome de concurrentie tot wanhoop te drijven? En dan was er nog Bauke Mollema, die lange tijd leek af te stevenen op een podiumplaats in de Tour, aanviel en viel, van het podium af duikelde, maar dit korte tijd later rechtzette door de Clasica San Sebastian op zijn naam te schrijven. Robert Gesink, die enkele jaren geleden voor zijn etappeoverwinning in de Vuelta geheid de Trofee in ontvangst had mogen nemen, komt nu niet eens in het rijtje van kanshebbers voor.
Voor mij is de vraag dan ook meer: wie wint de Gerrit Schulte Trofee níét? Wie het ook wordt, onrechtvaardig zal het zijn. Niet voor de winnaar, wel voor de rest. Want wie de Trofee ook gaat winnen, een paar renners die uitzonderlijke prestaties hebben geleverd, zullen te kort worden gedaan. Maar hoe vervelend dat ook is voor hen, het is een luxeprobleem waar we ons gelukkig mee mogen prijzen.
P.S. Hoewel dit stuk u wellicht anders doet vermoeden, ben ik wars van iedere vorm van nationalisme.